Bannerlang

vrijdag 24 februari 2012

Het geschreven leven.

Er zijn van die dromen die je wilt bewaren. Bakens in de tijd. Je onderbewustzijn verrast je met heldere symbolen. Vanmorgen kreeg ik dit cadeautje:

Ik was in een hele grote, drukke winkel, een soort Hema. Er was van alles te koop; kleine, handige praktische dingetjes, en hele grote objecten.
Het waren geen duidelijk gedefinieerde dingen en wat vooral opviel; er was zoveel, dat het soms tot het plafond opgestapeld lag. Er liepen ook erg veel mensen rond. Iemand zei dat ik hier niet moest zijn, en dat wat ik zocht via een zij-ingang te bereiken was. Ik liep naar buiten, en zag een statige ingang aan de zijkant van het grote gebouw.
Naast de ingang zaten twee levende lynxen.

Ik liep naar binnen en was onder de indruk van de grootsheid van het gebouw. Het leek een oude drukkerij uit Berlage-tijd, met prachtig betegelde muren in Art Deco Stijl. Het was er wel een beetje donker. En vooral leeg. Immense zalen en trappenhuizen, schoon, stil en rustig, maar leeg. Ik bleef maar trappen lopen, omhoog, op zoek naar iets of iemand. Eindelijk kwam ik terecht in een ingericht appartement. Ook weer met prachtige Art Deco meubels, maar vooral veel sierlijke lampen, die een heel aangenaam, rustig licht verspreidden. En verder ging ik, nog een trap op.
Daar zag ik plotseling een soort kantoorklerk naar
boven lopen. Brilletje op, zwart colbertje, dasje. Ik rende achter hem
aan als Alice achter het konijn. En toen kwam ik in een dakkamer waar meer van dat soort klerken achter typemachines zaten. Ze waren zo druk bezig, dat ze totaal geen oog voor me hadden.

"Zo, ben je daar eindelijk", hoorde ik een bekende stem achter me. Ik draaide me om, en daar stond Toth, mijn gids. Maar nu in de wit-gouden outfit van Hermes Trismegistus. Verwonderd keek ik hem aan, maar tegelijkertijd verbaasde het me niets hem hier te zien.
"Weet je, je mag best blij zijn met jezelf. Je bent zo kritisch. Doe eens wat vaker dingen waar jij blij van wordt. Je hoeft niet ergens aan te voldoen. Dan zul je veel rustiger en evenwichtiger zijn.
Ik kreeg iets te drinken van hem, waardoor m'n hele lichaam aangenaam ging tintelen en fris en vitaal aanvoelde. Hij nam me mee naar buiten, naar een balkon, en sprak: "Moet je kijken wat een prachtige wereld, geniet daar eens van". En hij wees op het wijdse uitzicht. Het was een zonnige lentedag, er bloeiden veldbloemen op de zachtglooiende hellingen, de appelbomen bloesemden en verspreidden een zachtzoete geur van weelde en weldadigheid.
Daarna nam hij me mee naar een lift, en we zoefden naar beneden. "Dat had ik eerder moeten weten" dacht ik, "dan had ik niet al die trappen op hoeven klimmen."



We stapten uit op de begane gronden en hij opende een deur. Een soort haremvertrek; heerlijk warm en geurig, baldakijnen van roze, oranje en violette voile, kussens van het zachtste brokaat, diep donkerrood. In het midden van het vertrek een bassin met heerlijk warm water. Vanachter een gordijn verscheen mijn healinggids, een indrukwekkende, elegante vrouw met heel lang blondgolvend haar. Ze komt naast me zitten en neemt mijn hand.

"In plaats van naar mensen uit te reiken, kun je ze ook naar jou toe laten komen. Wees gewoon jezelf, wees wie je bent, verander niets aan jezelf. Hoe meer je bent wie je bent, in alle liefde, rust en ontvankelijkheid, hoe aantrekkelijker. Draai het om". Ze nodigde me uit een bad te nemen in het bassin. Het heerlijk warme water was een ware weldaad. Toen ik uit het bad stapte, zag ik dat ik van goud geworden was.

Toth liet me een boek zien. "Dit is het boek van je leven. Je mag erin kijken. Ik bladerde door oude geschiedenissen, las over oude angsten, en kwam erachter dat dat niet mijn angsten waren! Ik zag mezelf als kind, spelend, lachend, huilend; vol overgave, als of er niets anders bestond op dat moment.
Verderbladerend trof ik een lege bladzijde aan. "Dit is nu", zei Toth, "Je mag het zelf gaan schrijven" en het blanco vel in het boek begon een zachte gloed te verspreiden.

Toth nam me mee naar een vertrek dat hoger lag, en waar we plaatsnamen op een prachtige, flessengroene fluwelen bank. Zo'n oude grote, comfortabele sofa, met een gouden rand. Ik zat nog niet, of daar ging een deur open, en kwamen er mannen en vrouwen binnen die zoveel liefde uitstraalden dat ik de tranen in mn ogen kreeg. 'Dit is je zielenfamilie" zei Toth en een oeroude geborgenheid, een oeroud weten omarmde me.

Daarna gingen we naar de winkel. De deuren waren dicht, maar alle mensen stonden met hun neus tegen de ruit te wachten tot ze weer naar binnen mochten. Toth deed het gordijn ervoor dicht. "Zo" zei hij, "We gaan eens even opruimen" en met een machtig gebaar veegde hij alle artikelen in een grote zak. Hij bluste een klein brandje en trok ergens een zwarte, kleverige draad uit. Die bleef steeds haken. Terwijl hij daarmee bezig was werd ik boos
en verdrietig. Toen hij eindelijk klaar was, gooide hij de zak in een stortkoker. Ik wist dat die uitkwam boven een vuur.

De winkel was leeg. "Kijk" zei Toth, nu kun je hem gaan vullen met alles wat je net in het gebouw gevonden hebt" en hij gaf me het boek, dat keurig was ingepakt een paarsglimmend pakpapier met een oranje strik eromheen.

De deuren gingen open en de mensen liepen binnen. Alleen waren ze rustig en verwonderd.

"Kom" zei Toth, "dit moet je nog even horen." en hij nam me mee naar boven, naar een ruimte van blauw kristal. "Zeg eens iets" zei hij, en ik zei mijn naam. Maar het klonk of ik zong, helder en twinkelend.

En zo eindigde mijn droom, die ik door hem op te schrijven in dit levensboek, tot werkelijkheid gemaakt heb.

Geen opmerkingen:

Home
Huis van Tehuti
Workshops
Shambhala
Consult
Wie ben ik
Boeken
Contact
Thothblog
Links
Home Huis van Tehuti Workshops Shambhala Consult Wie ben ik Boeken Contact Links