Wat zijn we toch geweldige denkers. Sinds de eeuw van de Verlichting heeft het empirisch denken ons grote vooruitgang gebracht. Door vooronderstellingen steeds te toetsen, te analyseren, te bevragen en te testen, hebben we de meest fantastische uitvindingen gedaan, is onze levensverwachting enorm gestegen, en is onze welvaart geëxpandeerd.
Maar dit voortschrijdend geloof in de Rede heeft natuurlijk ook een prijs; onze ziel, de brug waarmee wij energetisch verbonden zijn met de Universele Bron en met elkaar is onbelangrijk geworden, zelfs ontkend omwille van de Heerschappij van de Logica. Dat wat ooit een eenheid was, is nu ruw uiteengetrokken. Er is nog een poging gedaan de ziel een gedefinieerd plekje te geven in de Kerk, maar de ziel is wild, en wil niet knielen. Dus dan maar totaal verbannen naar de krochten van het onderbewuste. Waar ze een kwijnend bestaan lijdt.
Dat kan niet anders dan lijden veroorzaken; de balans is zoek. Allerhande lichamelijke kwalen kunnen zich aandienen, die voorafgegaan worden door energetische en psychologische scheefgroei. Want alles staat energetisch met elkaar in verbinding, maar als je bepaalde elementen ontkent, ontstaat er stuwing. De energie wil gewoon doorstromen.
Een van de kenmerken van het geloof in de Rede, is dat zaken tastbaar en bewijsbaar moeten zijn. Alles wat niet voldoet aan wetenschappelijk vastgestelde wetten, bestaat niet. Dus er ontstaat een nadruk op materie.
Tegelijk met de opkomst van de Heerschappij van de Rede, is de nadruk komen te liggen op hiërarchische machtssystemen. En The Winner takes it all. Dus wie wil er nou geen winnaar zijn. En daar gaan we, in de ratrace van succes en erkenning, van marktdenken, topscores, kijkcijfers en bonussen. We denken dat ons dat veiligheid en zekerheid oplevert.
Dat vraagt een bepaalde levensopvatting, die ons met liefde ingepeperd wordt. En daar wordt al jong mee begonnen. We worden gekneed, geknot, beschilderd en bijgespijkerd tot we schapen zijn in plaats van leeuwen. En we zelf geloven dat we schapen zijn. Af en toe groeit er een slagtand aan, en dan vijlen we die snel af (voor iemand anders het merkt), want ojee, dan ben je anders, verkeerd. En één van de afschuwelijkste dingen die een mens kan meemaken is uitgestoten worden.
We zijn dus bang voor oordelen. Bang om veroordeeld te worden. Toch doen we zelf niet anders. We oordelen en veroordelen de hele dag, de hele informatie- enentertainmentindustrie staat bol van de meningen. Knippen en scheren, aan de lopende band.
Dus geef je zelf niet bloot, pas jezelf vooral aan en steek je kop niet teveel boven het maaiveld uit, want dan raak je 'm kwijt.
En het ergste; we veroordelen onszelf. We houden niet van onszelf. Ja, als we presteren en erkenning krijgen van anderen. Dan doen we het goed, en dan kan er een sprankje liefde voor onszelf vanaf.
We ontkennen dus ons ware Zijn. Een slot op je pijn en onaangename emoties, een slot op de expressie van je ziel, en als je masker jeukt, vooral niet krabben!
't is helemaal niet vreemd dat onze samenleving steeds onpersoonlijker en agressiever wordt.
Maar er is een kentering gaande. Een ziekte kan soms niet meer onderdrukt worden door het nieuwste farmaceutische snufje, de jeuk aan het masker wordt ondraaglijk en we raken in een crisis. Een spirituele crisis. We volgen de weg terug en gaan glimpen van onze ziel opvangen. We raken nieuwsgierig naar onze ongetemde staat en beginnen te ontdekken dat we klauwen hebben, en hard kunnen brullen. Hee, interessant!
We laten het licht van onze waarheid ons pad verlichten, en laten de conditionering en het oordeel los. We hebben onze ware aard ontdekt, hebben de moed om daarnaar te leven en nemen daar ook de verantwoordelijkheid voor.
Dit noem ik 'De Geboorte van de Rebel'. Niet in de zin van de opstandige puber, maar als mens die naar z'n ziel toeleeft.
Tot we uiteindelijk weer uitkomen bij de actieve Overgave aan de Eenheid; Geborgen zijn in de grootsheid van Liefde, als een Bewust Kind.